Maandag 30 januari 2012 is het vandaag op Curaçao. Het waait behoorlijk op het eiland en, zo af en toe, regent het gedurende een korte periode. Tussendoor schijnt echter regelmatig de zon, en met een graad of 28 is het er toch wel weer heerlijk vertoeven. Het weekeinde zit er voor Uw Hoofdredacteur weer op, vanochtend liep weer als vanouds de wekker in alle vroegte af. Er moest immers, zoals steevast op de maandagen, weer worden gewerkt. Echter, Uw Hoofdredacteur vindt dat niet erg bezwaarlijk. Op maandagen, zo aan het begin van een nieuwe week, worden veelal verhalen over gebeurtenissen van de voorbijgegane dagen uitgewisseld door de verschillende teamleden. En, wellicht kunt U zich dat voorstellen, tussen al die informatie bevinden zich ook gebeurtenissen die het verdienen te worden opgenomen in een editie van “ een zonnig avontuur.” En zo is het dus ook vandaag!
Jumping Paul was afwezig vandaag. Eigenlijk heeft hij het eiland Curaçao gisterenochtend al verlaten, al is dat maar voor korte duur. Gisteren vloog Jumping Paul namelijk richting Sint Maarten, alwaar hij vandaag een vergadering dient bij te wonen. Er was gepland dat Jumping Paul samen zou reizen met een lokale collega van Uw Hoofdredacteur, edoch het verliep weer eens geheel anders dan gepland. De lokale collega namelijk, had zich gisteren niet gerealiseerd dat er de jaarlijkse “Walk for the Roses” plaatsvond. Tijdens dit evenement lopen zeer vele deelnemers via de Julianabrug naar het strand van “ Wet and Wild.” Zo ook dus gisteren, waardoor een enorme verkeersdrukte ontstond op de brug. En juist die brug diende door de lokale collega te worden beklommen op weg naar de luchthaven. U begrijpt het vast en zeker al. De collega arriveerde op het vliegveld alwaar het hem niet meer werd toegestaan om in te checken. Er diende een ander ticket te worden gekocht voor een vlucht die, via Santo Domingo, Sint Maarten eerst in de avond zou bereiken. Jumping Paul reisde dientengevolge alleen. Uw Hoofdredacteur hoopt dan ook van ganser harte dat Jumping Paul op het goede eiland is aangekomen. De tijd zal het leren!
U hebt het al vaker in edities van “een zonnig avontuur” kunnen lezen. De heren Pinoccio en Angelus zijn verzot op duiken. Bijna dagelijks zijn zij, in de avond, wel terug te vinden bij een of andere baai aan zee. Tot op grote diepte verkennen zij dan ook, met grote regelmaat, de wateren rond Curaçao. Steevast worden daarbij prachtige opnames gemaakt van het leven onder water, en Uw Hoofdredacteur bekijkt die opnames veelal met grote interesse. Ook de afgelopen dagen brachten beiden een groot aantal minuten onder water door. Ditmaal echter niet alleen om foto’s te maken. Nee, de beide heren troffen op de zeebodem gigantische schelpen aan, waarin conch, een soort zeeslak, was gehuisvest. Nu moet U weten dat conch een enorme lekkernij is op dit eiland. Er werd dan ook besloten tot het meevoeren van een aantal schelpen om daaruit de conch te verwijderen en daarna te verorberen. Edoch dat bleek, blijkens verhalen van de heer Pinoccio, geenszins mee te vallen. Thuis aangekomen meende de heer Angelus dat de slak zich, middels een haak, wel uit de schelp zou laten verwijderen. Er klonk een gesis als was er sprake van een groot gaslek en de heer Pinoccio zocht dientengevolge onmiddellijk dekking. Het bleek zo te zijn dat de slak met een enorm gesis de schelp in een soort vacuümtoestand bracht, waardoor het beestje zo vast als een huis in de schelp wordt verankerd. Goede raad was duur, dus werd de lokale bevolking geraadpleegd. De beide slakkenjagers kregen te horen dat de schelpen, met daarin een haak, opgehangen dienen te worden aan een waslijn, waarna de zeeslakken uiteindelijk de strijd opgeven en uit de schelp worden getrokken. Of ze daarna nog eetbaar zijn durft Uw Hoofdredacteur overigens niet met zekerheid te zeggen. Mocht U een dezer dagen derhalve in de buurt komen van Boca Sami, let dan eens op de waslijn van de heer Angelus. In ieder geval weet U dat waarom daaraan vreemde creaturen hangen!
De oudste olijkerd, dochterlief Julia, is fiks gegroeid het laatste jaar. Nu geeft dat niets, maar gedurende de nachtelijke uren begon dat groeien toch wat problemen op te leveren. Dochterlief sliep namelijk in een pracht bedje, maar dan wel een bed met het formaat van dat van de gemiddelde kabouter. Oom Albert wist echter wel weer raad: “ Ie hebt toch ook’n logeerberre? Die zal ik woll wit verb’n. Reinie moakt wel’n matrasse passend en kloar biwwe.” Zo gezegd werd zo gedaan, het logeerbed werd keurig geverfd en er werd een matras passende gemaakt.
Het oude (kabouter)bed werd vermaakt, middels wat mooie kussens, tot een zitbankje. Het resultaat mag er zijn. Dochterlief is er danig mee in haar sas en kan voorlopig weer jaren rechtuit slapen. Toch wel praktisch om mensen te logeren te hebben die handig zijn!
Wordt vervolgd…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten