Het is vandaag
dinsdag 15 mei 2012 op het snikhete eiland Curaçao. Het is warm, zeer warm
vandaag. De thermometer wees een temperatuur aan van ongeveer 32 graden
Celsius, nou dan weet U het wel. Het werd dus een dagje afzien op de werkplek
van Uw Hoofdredacteur en de rest van het team. Immers, de airconditioning is er
al welhaast een jaar defect. De laatste dagen, nu het zo warm is, levert dat
dan ook veel gemor van medewerkers op. De hoogste tijd dus om het mechaniek
maar eens te laten repareren, dan krijgen we weer eens wat frisse lucht. Maar,
vooraleer het zover zal zijn, is er vast nog tijd U te voorzien van actuele
informatie vanaf dit zo fraaie eiland. En daartoe dient dan ook deze editie van
"een zonnig avontuur."
Gisteren viel hij
weer eens met zijn neus (die overigens niet gering is en zijn bijnaam
verklaart) in de boter. De heer Pinoccio, want om hem draait dit verhaal, heeft
weer eens van nabij kunnen meemaken hoe groot soms verrassingen op dit eiland
zijn. Wat was namelijk het geval? Welnu, U moet weten dat de heer Pinoccio op
zijn werk zeer druk is met het bouwen en afwerken van een zogenaamd
toegangscontrolegebouw. Een fraai gebouw, het is inmiddels bijna klaar, waar
echter nog een klein probleempje de ingebruikneming ervan mogelijk zou kunnen gaan tegenhouden. In
dit toegangscontrolegebouw dient er de mogelijkheid te zijn om, gezeten achter
een immense balie, identiteitspapieren te controleren. Alvorens dat echter kan, dient
er wel een soort van doorgeefluik aanwezig te zijn. En dat, dat was men nu
juist bij de bouw van dit mooie gebouw vergeten. Niets aan de hand, de heer
Pinoccio zou wel even regelen dat er een aantal doorgeefluiken worden
gefabriceerd en in het harde glas van de balie kunnen worden geïnstalleerd. Hij
moest dan ook op pad gisteren, en deed dat in het gezelschap van een locale
collega. Voordat de auto zou worden gestart, had de heer Pinoccio even snel
gekeken waar het bedrijfje dat moest worden bezocht, zich zou kunnen bevinden.
Zover hij het goed dacht te zien, was het bedrijfje gevestigd in de wijk
Jongbloed. Een kort tripje derhalve, althans zo liet het zich in eerste instantie aanzien.
De locale collega
deelde echter de zienswijze van de heer Pinoccio niet. "Nee, nee. We
moeten niet naar Jongbloed! Je moet eerst over de hoge Julianabrug en dan een
stuk rechtdoor rijden. Ik weet wel waar het is." Trouw als hij aan gezag
is, volgde de heer Pinoccio de aanwijzingen geroutineerd op. Uren werd er
vervolgens rondgereden over een eiland wat echt niet zo groot is. Uiteindelijk
kwam de heer Pinoccio in opstand en stopte hij het vervoermiddel: "Ga nu
eerst eens even goed nadenken waar we moeten zijn. Kijk, dit is het adres. Je
weet toch wel waar dat is?" De locale collega zuchtte eens diep en zei:
"Je hebt gelijk. Ik ga even nadenken." Hij verstopte zijn ogen
vervolgens achter zijn handen en nam een berustende pose, als was hij plots in
een hypnotische toestand gebracht, aan. Na een half uurtje opende de collega
zijn ogen, schudde zijn hoofd en sprak de profetische woorden: "Ik zie in
mijn hoofd het bedrijfje wel, maar kan met geen mogelijkheid de straat vinden
waar het bedrijf staat. Sorry." Daarbij de heer Pinoccio in opperste
verwarring achterlatend. Om een lang verhaal niet nog langer te maken:
uiteindelijk werd het bedrijfje gevonden. In Jongbloed.......
Zoals U zich
wellicht nog weet te herinneren ontving de jongste olijkerd, Levi geheten, op
zijn verjaardag een moestuintje (door hem consequent woestuintje genoemd) van
vriend Rob. Gedurende een aantal weken werd het geheel door het mannetje
dagelijks trouw bewaterd opdat duurzame groei kon plaatsvinden. Hele zakken
groentezaad had het ventje in het woestuintje gestrooid, hetgeen zich de
afgelopen weken duidelijk liet wreken. Het geheel stond inmiddels zo vol met
plantjes en groeide zo hard, dat het verstekken zou kunnen beginnen. De
plantjes dienden uit elkaar te worden getrokken en meer ruimte toebedeeld te krijgen
dan in eerste instantie door zoonlief was verstrekt. Moeder de vrouw bedacht
daarom gisteren dat het een goed idee zou zijn het mannetje bij deze klus een
handje te gaan helpen. "Zullen we de plantjes wat meer ruimte geven Levi?
Je kunt ze zo een beetje verplaatsen." Het mannetje keek zijn Moeder eens
aan en sprak: "Weet je Mam? Verzorg jij de komende dagen het woestuintje
maar. Als je er dan een beetje genoeg van krijgt, dan mag je mij wel weer eens
een keertje vragen. Ik ga bij de buren spelen. Doei Mam." U begrijpt het
al: Moeder de vrouw is nu de trotse bezitster van veel Chinese kolen in wording
en verschillende soorten radijs. Waar een woestuintje al niet goed voor is!
Wordt vervolgd.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten